Het uitvoeren van een selectiviteitsberekening in een elektrische installatie is voor veel elektromonteurs een terugkerende klus, zeker wanneer je te maken hebt met meerdere beveiligingen zoals hoofdzekeringen (gG), installatieautomaten (MCB/MCCB), en aardlekschakelaars (RCD/RCBO). Selectiviteit bepaalt of een storing zich beperkt tot het kleinste deel van de installatie, zodat alleen de defecte groep uitvalt en niet de hele boel plat gaat. In deze blog lees je stap-voor-stap hoe je selectiviteit tussen beveiligingen praktisch benadert, waar je op moet letten bij normering (NEN 1010, Netcode), en krijg je een rekenvoorbeeld dat je direct op locatie kunt toepassen.
Wat is selectiviteit in elektrische installaties?
Selectiviteit betekent dat bij een fout alleen de direct betrokken beveiliging aanspreekt en niet ook upstream beveiligingen onnodig afschakelen. Er zijn verschillende soorten selectiviteit:
- Stroomselectiviteit: Op basis van verschillende uitschakelstromen.
- Tijdselectiviteit: Door tijdvertraging in te stellen op beveiligingen (bijvoorbeeld bij MCCB’s of type S aardlekschakelaars).
- Energetische selectiviteit (I2t): Door de energie-afgifte van zekeringen/automaten te coördineren, zodat de kleinste beveiliging altijd als eerste uitschakelt.
- Zone-selectiviteit: Combinatie van bovenstaande, vaak in grote installaties met digitale beveiligingen.
Het doel: maximale continuïteit, minimale uitval en géén onnodige vlambogen of gevaarlijke situaties.
Normen en verplichtingen
NEN 1010: doelen en praktijkinterpretatie
NEN 1010 schrijft voor dat een elektrische installatie zodanig moet zijn uitgevoerd dat bij een storing alleen het defecte deel wordt uitgeschakeld (hoofdstuk 536). Selectiviteit is aanbevolen, maar niet altijd verplicht – tenzij het gaat om vitale delen of waar uitval onacceptabel is. Lees meer over de recente wijzigingen in NEN 1010.
Netcode: overdrachtspunt en documentatie
De Netcode verplicht selectieve hoofdbeveiliging op het overdrachtspunt (netbeheerder ↔ installatie). Je moet kunnen aantonen dat de hoofdzekering selectief samenwerkt met downstream beveiligingen. In het opleverdossier moeten selectiviteitsberekeningen, meetrapporten en verwijzingen naar selectiviteitstabellen zitten.
Stap-voor-stap selectiviteitsberekening voor automaten en zekeringen
Benodigdheden
- Karakteristieken van de beveiligingen (B/C/D-curve, gG/aM, Icn/Icu)
- Maximale kortsluitstroom (Isc) op het afnamepunt
- Lusimpedantie (Zs) en kabelgegevens
- Selectiviteitstabellen (fabrikant/merk) en tijd-stroomcurven
Isc bepalen: Zs meten, valkuilen en formule
- Meet Zs (totale lusimpedantie) op locatie met een installatietester. Meet altijd spanningsloos waar mogelijk en volg de veiligheidsmaatregelen.
- Bereken Isc: \(I_{sc} ≈ \frac{230\ V}{Z_s}\) (enkelvoudig, 400V/\(\sqrt{3}\) voor driefase).
- Controleer of je meetwaarden realistisch zijn; te hoge Zs duidt vaak op lange, dunne kabels of slechte verbindingen.
Curven en tabellen vergelijken: praktijk
- Vergelijk tijd-stroomcurven van de hoofdbeveiliging (gG 35A) en de onderliggende automaat (B16/C16).
- Selectiviteit automaten berekenen: Let op dat de uitschakelkarakteristiek van de upstream beveiliging (HV) altijd rechts ligt van die van de downstream automaat (OV).
- Gebruik merk-specifieke selectiviteitstabellen of software voor exacte combinaties.
- Energetische selectiviteit (I2t) speelt vooral bij fuse-automaat combinaties. Hier geldt: de zekering moet voldoende traag zijn om de automaat altijd eerst te laten aanspreken.
Verificatie en documentatie
- Leg altijd vast: meetrapport Zs/Isc, gebruikte curven, gebruikte tabellen (merk/fabrikant), en verwijzing naar norm (NEN 1010, Netcode) in het opleverdossier.
- Voeg foto’s of printscreens van gebruikte tabellen/curven toe.
- Gebruik software (bijv. Hager, Eaton, ABB) als de installatie complex wordt of als er veel merk-mix is.
Aardlek-selectiviteit in de praktijk
- Zet downstream altijd een 30 mA aardlekschakelaar of RCBO.
- Upstream kies je voor een 100 mA of 300 mA type S (selectief, met tijdvertraging). Dit voorkomt dat een kleine fout direct de hele installatie eruit gooit.
- RCBO’s in serie? Alleen als de curves en tijdvertragingen echt selectief zijn!
- Let op: in woningen is volledige aardlek-selectiviteit lastig door ruimte en kosten. In kleine utiliteit is het goed werkbaar met de juiste keuze.
Praktisch rekenvoorbeeld: van HV gG 3x35A naar OV B16
Stel:
Hoofdverdeelinrichting (HV): gG 3x35A smeltzekering
Onderverdeelinrichting (OV): C25 automaat
Eindgroep: B16 automaat
Lengte kabel HV→OV: 40 meter, 6 mm² koper
Gemeten Zs bij OV: 0,35 Ω
Berekening Isc: 230V / 0,35Ω ≈ 657A
Beoordeling:
Controleer de tijd-stroomcurven van de 35A gG en C25: tot 657A schakelt de C25 sneller af dan de gG (selectiviteit gegarandeerd).
Herhaal voor C25→B16. Let op: B16 kan bij zware kortsluiting direct afschakelen, als de upstream (C25) een hogere uitschakelkarakteristiek heeft (C-curve).
Raadpleeg de selectiviteitstabel van je merk voor zekerheid. Is er sprake van merk-mix, controleer dan altijd de officiële tabellen!
Speciale situaties en tips
Onderverdeler met lange kabel
- Lange kabeltrajecten verhogen Zs en verlagen Isc, wat selectiviteit bemoeilijkt.
- Overweeg grotere kabelsectie of kies voor een gevoeligere curve (B in plaats van C, als de aanloopstromen het toelaten).
PV/EV-impact op selectiviteit
- PV-omvormers en EV-laders beïnvloeden de kortsluitstroom (Isc) en dus de selectiviteit. De AC-fault-bijdrage van PV is meestal beperkt.
- Volledige selectiviteit is soms niet haalbaar; overweeg dan kaskadering, back-upbescherming of merk-specifieke oplossingen.
Lees meer over aanpassingen aan de groepenkast voor zonnepanelen.
Wat te doen als volledige selectiviteit niet haalbaar is:
- Vergroot kabelsectie om Zs te verlagen
- Kies een andere automaat- of zekeringkarakteristiek
- Zet automaten in kaskade/back-up (volgens merk-tabellen)
- Pas de indeling aan (meer onderverdelers, gespreide belasting)
- Documenteer afwijkingen en maak afspraken met de opdrachtgever
Troubleshooting en veelgemaakte fouten
- Nuisance trips door verkeerde curvekeuze (B in plaats van C of andersom)
- Merk-mix zonder raadpleging van selectiviteitstabellen
- Onjuiste of onvolledige Zs-meting
- Vergeten van energetische selectiviteit (I2t) bij fuse-automaat combinaties
- Geen of slechte documentatie in het opleverdossier
Tools en checklist voor selectiviteitsberekening
Nodig op locatie:
- Installatietester voor Zs-meting
- Tijd-stroomcurven en selectiviteitstabellen (van fabrikant/merk)
- Software (optioneel, bij complexe installaties)
- Opleverdossier, met:
– Meetrapport Zs/Isc
– Gekozen curven/karakteristieken (B/C/D, gG/aM)
– Verwijzing naar gebruikte tabellen/curven (merk/typenummer)
– Normverwijzingen (NEN 1010, Netcode)
– Foto’s/prints van curven en meetwaarden
– Testresultaten RCD (trip-tijd, type, waarde)
Conclusie: selectiviteitsberekening als vaste stap in je installatieproces
Een goede selectiviteitsberekening is geen administratieve last, maar pure praktijkzekerheid: je voorkomt uitval, schade en onveilige situaties. Meet altijd Zs, check Isc, vergelijk tijd-stroomcurven of tabellen, en documenteer alles netjes volgens NEN 1010 en Netcode. Kom je er niet uit met merk-mix of ingewikkelde situaties? Gebruik dan altijd de officiële tabellen of betrouwbare software van de fabrikant. Zo lever je werk af waar je zelf achter staat én waar de keuring nooit over struikelt.
Meer weten over kortsluitstroom berekenen of spanningsverlies berekenen? Check onze andere praktische gidsen voor elektromonteurs.












